de voorvader en niet op de voormoeder.
Dit laatste is wel het geval bij een z.g. "afstammingsreeks". Dit is in feite hetzelfde als een stamreeks
maar met dien verstande dat ook vrouwelijke lijnen worden opgenomen. Dat kan uiteraard niet
anders omdat het woord "afstamming" inhoudt dat er zowel mannen als vrouwen aan te pas
komen.
Tenslotte kan men nog legio andere overzichten maken die een bepaalde familie vanuit verschillende invalshoeken kan benaderen, of overzichten van afzonderlijke, op het eerste oog niet verwante families, die op een gegeven moment bijv. door geboorte of een huwelijk toch aan elkaar verwant zijn geraakt.
Een zeer bijzonder en interessant overzicht is de "kwartierstaat". Een kwartierstaat is een overzicht van een reeks rechtstreekse voorouders, zowel van vaderskant als van moederskant. Het gaat dus niet om broers of zusters, ooms of tantes, neven of nichten, maar alleen om de ouders, de ouders van de ouders, de ouders van de grootouders, de ouders van de overgrootouders en zo verder. De kwartierstaat geeft dus eigenlijk een overzicht van alle te achterhalen voorouders, zowel van vaderskant als van moederskant die er aan "meegewerkt" hebben dat jij als eenling op dit moment op de wereld staat. Al deze mensen hebben ieder op hun beurt en ieder in hun eigen generatie de bouwstenen geleverd die jouw bestaan op dit moment mogelijk heeft gemaakt! Als men een kwartierstaat nader analyseert komt men tot verrassende en nooit vermoede ontdekkingen. Men begint bij één willekeurig persoon, bijv. jezelf. Als volgnummer geef je jezelf het nummer 1. Twee personen uit de vorige generatie waren de laatste schakels die jou op de wereld hebben gezet, nl. je vader (nummer 2) en je moeder (nummer 3). Zowel je vader als je moeder hadden ook ieder 2 ouders, nl. je 4 grootouders. Die krijgen de nummers 4, 5. 6 en 7. De vier grootouders hadden elk ook weer 2 ouders, in totaal dus 4 keer 2 is 8 personen, de nummers 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15. U ziet dus dat met elke generatie het aantal voorouders verdubbeld. Als wij dit eens op een rijtje zetten, dan krijgen wij het volgende beeld:
Generatie Aantal personen
1 1 (jezelf)
2 2 ( ouders)
3 4 ( grootouders)
4 8 ( overgrootouders)
5 16 ( betovergrootouders)
6 32 ( oud-ouders)
7 64 ( oud-grootouders)
8 128 ( oud-overgrootouders)
9 256 ( oud-betovergrootouders)
10 512 (stamouders)
11 1024 (stam-grootouders)
12 2048 (stam-overgrootouders)
13 4096 (stam-betovergrootouders)
Aantal voorouders na 13 generaties 8190
Dit is het aantal voorouders dat vanaf het verschijnen van Johan Schulpen rond 1550 er aan heeft meegewerkt, dat de thans levende 13e generatie (dit zijn de jongsten onder ons), op deze aardbol rondloopt of rondkruipt!
Uiteraard komen er veel dubbele voorouders voor. Als bijv. mijn overgrootvader 4 zoons had die alle vier nakomelingen hebben tot in de huidige generatie, hebben al deze nakomelingen niet allemaal een aparte overgrootvader, maar één en dezelfde overgrootvader en dus ook dezelfde vroegere voorvaders. Het zit ingewikkeld in elkaar, maar na enig doordenken wordt alles toch duidelijk. Dit neemt uiteraard niet weg dat iedereen van de 13e generatie, in de periode van 1550 tot heden 8190 voorouders heeft gehad, die op hun beurt, ieder afzonderlijk hun "bouwstenen, of zo U wilt, hun genen hebben aangedragen". Het is verbazingwekkend hoe dit alles in elkaar zit. Voor de cijferaars onder ons: als ik tegenover mijn kleinkinderen, allen geboren zo tegen de rand van het jaar 2000 beweer, dat in de voorafgaande 20 generaties (een periode van 600 a 700 jaar) maar liefst 1.048.576, zegge en schrijve, één miljoen acht en veertig duizend vijfhonderd zes en zeventig personen, aan hun fysieke aanwezigheid gebouwd hebben, zullen zij hun opa in eerste instantie voor gek verklaren. Als U zich de moeite wil getroosten om dit na te rekenen, zult U zien dat ik toch gelijk heb!